Interview: Nick
Hé Nick, fijn dat je even tijd wilt maken voor het interview. Zoals je weet zal ik je het hemd van het lijf vragen over hoe je bent gestart als programmeur en waarom, maar ook zullen er willekeurige vragen bij zitten.
Ik ga dit keer anders starten dan normaal. We starten niet met hoe je ooit bent begonnen, maar wat je had willen worden als je geen programmeur zou zijn. Wat zou je dan zijn?
Dan was ik denk ik bij de politie beland. Mijn opa was ooit korpscommandant. Ik vind het belangrijk om iets voor de maatschappij te doen. Ooit bij de luchtmacht gesolliciteerd, maar daar ben ik bij ronde 5 geëindigd. Ik kon niet goed uitleggen waarom ik piloot wilde worden ;-).
Dat lijkt anders dan wat je nu doet, terwijl er daar toch ook wiskunde bij komt kijken. Was dit ook je studierichting?
Nee! Ik heb eerst voor biologie gekozen. Dit vond ik altijd interessant. Ik heb twee jaar biologie gestudeerd aan de Universiteit Utrecht. Ik zat er helaas niet helemaal op mijn plekje en toen ben ik overgestapt naar de Hogeschool Rotterdam om de opleiding hogere informatica te gaan volgen. Op deze opleiding ben ik pas echt gaan programmeren. Dit vond ik zo leuk en dat ben ik blijven doen.
“Pas echt gaan programmeren”. Betekent dit dat je dat hiervoor niet veel deed?
Niet noemenswaardig. Vroeger hadden we wel een computer in huis. Een MSX computer. Daar is het programmeren gestart. Het stelde niet veel voor hoor. Het was een beetje code overtypen en kijken wat er gebeurde.
Binnen Ivaldi ben je een Ruby on Rails-programmeur. Waarom vind je de programmeertaal Ruby zo leuk?
Het is er een beetje ingeslopen toen ik bij een ander internetbureau werkte. Toen ontwikkelde ik met een in-house ontwikkeld PHP CMS. Hier liepen we tegen tekortkomingen aan. We zijn toen overgegaan op Ruby. Die programmeertaal is gewoon heel fijn. Er zijn veel uitdagingen binnen Ruby. Het mooie aan programmeren is dat je continue aan het leren bent en dat je problemen op verschillende wijzen moet oplossen. En die problemen of uitdagingen ook weer veranderen door nieuwe inzichten.
Wat een mooie woorden!
Nu we wat meer weten over jouw start als programmeur heb ik ook nog wat andere vragen voor je. Door de maatregelen rondom COVID-19 hebben we nog niet gezamenlijk geluncht op kantoor. Ik weet dus nog niet hoe jij je boterhammen het liefste eet. Zijn er producten die ik straks met de lunch echt niet moet vergeten te bestellen?
Ja zeker! Ik vind grillworst (kip) met kaas ontzettend lekker!
Genoteerd! En welke koffie vind jij het lekkerste?
Dat is natuurlijk Irish Coffee.
Je hebt wel iets met het Ierland hè?
Klopt. Ik ben gek op citytrips. Met de kaartclub, een groepje maten waar we 2 of 3 keer per jaar mee klaverjassen, gaan we ieder jaar op city trip. Het liefste over de plas richting Ierland of Schotland of Engeland. Met name voor het bier, het kaarten en in de pub hangen. De mooiste trip ooit was naar Dublin. Daar hebben we echte avonturen beleefd.
Die avonturen, kan je daar iets over loslaten?
No!
Wat trekt je zo aan Ierland, Schotland en Engeland?
Dat je de taal kent. Dat is zo fijn. Je hebt daar heel gemakkelijk een praatje met mensen. Hun cultuur is heel erg gericht op werken om daarna lekker een biertje te doen. Daar voelt ons kaartclubje zich zeg maar wel senang bij.
Dat kan ik me wel voorstellen!
Waar zie jij jezelf over 5 jaar?
Ik ben dan nog steeds programmeur. Dat vind ik het leukste om te doen. Wellicht zal ik in de lokale politiek een functie vervullen. Misschien als wethouder. Ik wil eigenlijk een keer burgemeester worden! Dat is wel lange termijn werk, dus dit is niet binnen 5 jaar haalbaar.
Wat trekt jou zo in de politiek?
De wereld een beetje beter maken! Als je denkt dat het anders moet, dan moet je het aanpakken. Niet alleen maar klagen. Ik zeg dan: “actief acteren in plaats van passief reageren”.
Ik blijf nog even in de politieke hoek hangen. De volgende vragen zijn “of/of-vragen”. Je moet dus een keuze maken.
Je mag een nieuwe wet invoeren – of – je mag een dag van je leven opnieuw beleven.
Dat wordt dan een nieuwe wet invoeren!
En welke wet zou dat dan zijn?
Iedereen boven de 18 jaar moet één dag in de week in sociale dienst. Bijvoorbeeld: iets doen voor de samenleving. Dat kan zijn een straatje vegen. Of een buddy zijn voor iemand. Ik vind het belangrijk dat dit niet meer alleen op vrijwilligers neerkomt.
Wat een antwoord! Ik heb nog er nog twee voor je in petto:
Je moet altijd eten met stoffer en blik – of – je haren zijn bezemharen.
Je haren zijn bezemharen.
Je maakt elk uur het geluid van een koekoeksklok – of – je kunt geen klok meer lezen.
Je kunt geen klok meer lezen.
Welke superkracht zou je willen bezitten? En waarom?
Vliegen. Lekker door de lucht zweven.
Ik zie dan toch weer de piloot in je terug?
Ja klopt, beetje op de wind glijden. Die vrijheid vind ik enorm gaaf.
Toen je net bij ons kwam werken kreeg je ook gezinsuitbreiding. Een tweede hond! Hoe komt het dat je zo gek op honden bent?
Ik heb nu twee honden, Tobias en Boris. Het is lekker om naar buiten te gaan. Met je hond moet je ook wel echt. Ik vind het mooi om te zien hoe dolgelukkig zo’n beestje met je is. Zelfs als je hem net iets te lang alleen hebt gelaten. Hij is altijd blij om je te zien. Plus, ze zijn vaak lekker zacht en goed knuffelbaar. Het zijn echt mijn maatjes.
Waarom specifiek het ras van de Friese Stabij?
Mijn vriendin nam er ooit eentje mee. Wij hebben toen de zoon van die hond uit een nestje gekozen. Dat was Boris, onze tweede hond. Daar wilden we graag mee fokken, maar door zijn DNA was dit helaas niet mogelijk. Wie weet kan dit wel met onze nieuwste aanwinst Tobias.
Nick, bedankt voor het leuke gesprek en hopelijk tot snel met grillworst (kip) met kaas aan de eettafel!